Wanneer een
gehakt telmerk
niet met de (rechte)
beitel
gemaakt wordt, maar met de (ronde)
guts,
dan is het resultaat van iedere klap een stukje van een cirkel.
Een
C-tjes-telmerk
ontstaat al door éénmaal met de guts te steken.
Door de guts na de eerste klap een halve slag te draaien (even goed mikken), kan een gaatje
in de vorm van een eitje gemaakt worden. Sommigen noemen het een 'nulletje'
of simpelweg een 'gaatje'.
Het aantal eitjes moet kloppen met het aantal
streepjes aan de andere kant van de kap, anders wordt het heel spannend.
Tekst: Jean Penders (10-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders